Uitspraak Hof Luchtkwaliteit

Print Friendly, PDF & Email

Dinsdagochtend 7 mei 2019 deed het Hof Den Haag uitspraak in de zaak van Milieudefensie tegen de Staat. Milieudefensie legde drie punten aan de rechter voor. Op alle drie punten kreeg Milieudefensie geen gelijk, mede omdat milieudefensie al een zaak in 2017 gewonnen had. Toch biedt deze uitspraak munitie om de overheid aan de Europese normen te houden, maar dan via civiele rechter.

Ontvankelijk
Het Hof startte met de redenen van het verzoek van Milieudefensie om de gezondheid van de burgers voorop te stellen en besprak de verschillende grenswaarden die daarbij gehanteerd worden. Maar bovenal werd uitgebreid stilgestaan bij de ontvankelijkheid van Milieudefensie als organisatie en de individuele burgers die aan een straat wonen die boven de norm zit. Het Hof acht Milieudefensie en burgers zonder meer ontvankelijk en gelooft het verhaal van de Staat niet dat op basis van de NSL-monitoringstool, waarin de luchtkwaliteit op straatniveau inzichtelijk is gemaakt (zie: https://www.nsl-monitoring.nl/viewer/ Kies rechts: Rekenpunten tonen). Volgens het Hof biedt die weg echt geen rechtsingang bij de bestuursrechter door bij de gemeente te verzoeken om op een concrete locatie een maatregel te nemen, bijvoorbeeld een verkeersbesluit of een ruimtelijk besluit. Ook al staat tegen de weigering om zo’n besluit te nemen beroep open. Het Hof wijst daarbij op de uitspraak van 17 oktober 2018 van de Raad van State (een uitspraak geïnitieerd door d’Oude Stadt) (R.O. 3.11 en 3.11).

R.O. 3.13: Ook kan van Milieudefensie c.s. niet worden verlangd dat zij het bevoegd gezag verzoeken om concrete verkeersmaatregelen of ruimtelijke besluiten te nemen en daartegen zo nodig bij de bestuursrechter in beroep gaan. Dat met een dergelijke rechtsgang eenzelfde of een vergelijkbaar resultaat kan worden bereikt als in het onderhavige geding is niet aannemelijk.

Ook meldt het Hof dat de vordering van Milieudefensie c.s. om de Staat te veroordelen tot het maken van een effectief Luchtkwaliteitsplan als bedoeld in art. 23 van de Richtlijn, er geen andere, met voldoende waarborgen omklede rechtsgang bestaat dan bij de civiele rechter.

Inhoudelijk
De drie inhoudelijke punten van Milieudefensie beoordeelde het Hof als volgt:

  1. Milieudefensie eist dat de strengere WHO-norm voor fijnstof en stikstofdioxide gehanteerd dient te worden. Verwezen wordt naar artikel 2 en 8 van het EVRM. Echter het Hof is van mening dat deze richtsnoeren de staat niet binden. Hoewel Milieudefensie de schending van de artikelen 2 en 8 EVRM aan de orde kan stellen, heeft de staat binnen de Europese richtlijnen de daar geldende grenswaarden in de wetgeving opgenomen. Het Hof acht daarmee de aan de Staat toekomende beoordelingsruimte binnen het EVRM niet overschreden. De Staat is dus niet verplicht een lagere norm te hanteren, ook al zou die gezonder zijn (R.O. 3.20).
  2. Milieudefensie eist dat de Staat een veilige marge van 10 μg/m³ hanteert, vanwege  het “voorzorgsbeginsel”. Dus in plaats van de geldende grenswaarde van 40 μg/m³ maximaal 30 μg/m³. Het Hof ziet niet dat de Staat die verplichting heeft en zo’n verplichting kan dan ook niet worden afgedwongen (R.O. 3.28).
  3. Milieudefensie eist dat de Staat voldoet aan de richtlijn zelf, dus maximaal 40 μg/m³, binnen een half jaar. Volgens het Hof is dat dezelfde eis die in Kort Geding van 7 september 2017 werd toegewezen. Daarop kwam de Staat al met de Aanpassing NSL, opgesteld in samenwerking met gemeenten waarin nog hardnekkige knelpunten bestaan. Volgens het Hof heeft Milieudefensie in deze procedure tegen die nieuwe plannen niet geprotesteerd en de pijlen alleen gericht op het “oude” NSL.

Milieudefensie: Hoe nu verder? We gaan nu in overleg met onze advocaat over onze mogelijkheden en eventuele vervolgstappen. Want dankzij onze druk  heeft de overheid de maatregelen rond luchtkwaliteit wel aangescherpt, maar dat is nog niet voldoende. Daarin verschillen we dus van mening met de rechter. Dus ook de komende tijd blijven we ons inzetten voor gezonde lucht.

Conclusie
De burger heeft een duidelijke rechtsingang bij de civiele rechter. Via deze procedure kan hij de overheid dwingen om zich aan de normen te houden. Daarbij is de uitspraak van het Kort Geding van 7 september 2017 zeer belangrijk, omdat daar besloten is dat de overheid geen inspanningsverplichting heeft, maar een resultaatsverplichting om aan de norm te voldoen. En zo er overschrijdingen zijn, deze binnen een korte periode (zes maanden!) dient op te lossen.

Als het gaat over de maatregelen uit het aanvullende “nieuwe” NSL hebben bewoners in Amsterdam voldoende munitie om een rechtszaak te beginnen. Immers, nu de politiek nog steeds niet wil besluiten om in iedere straat onder de 40 μg/m³ Stikstofdioxide (NO2) te krijgen, staat het burgers vrij om een rechter te vragen die knoop door te hakken. d’ Oude Stadt wil daarbij graag faciliteren. Mee doen? Neem contact op via wijkcentrum@oudestadt.nl

Bijlage