Evaluatierapport over het bestuurlijk stelsel

Print Friendly, PDF & Email

vergrootglOnder voorzitterschap van Alex Brenninkmeijer heeft de onafhankelijke  Advies- en evaluatiecommissie bestuurlijk stelsel Amsterdam op vrijdag 15 juli haar rapport uitgebracht over de evaluatie van het geheel van de gemeenteraad, het college van Burgemeester en Wethouders en de Bestuurscommissies. Een inhoudelijke bestuurlijke reactie van het college volgt dit najaar. Daarna zal dit worden besproken in de gemeenteraad.

Het rapport start met een doorkijkje naar 2020, dat zo geschreven is alsof er daadwerkelijk naar het advies van de commissie geluisterd en uitgevoerd is.  De evaluatiecommissie acht echter het risico reëel dat dit rapport met aanbevelingen gewoon op de grote stapel van eerdere rapporten terecht komt.  Het rapport beschrijft de observaties en ervaringen die zijn opgedaan in het bestuurlijk stelsel Amsterdam, waarna afgesloten wordt met aanbevelingen en enkele bouwstenen.

Zomaar wat citaten uit het rapport:

Er zijn genoeg mogelijkheden om burgers, bedrijven en instellingen op verschillende wijzen te betrekken bij democratische besluitvorming, maar dat komt in Amsterdam onvoldoende van de grond. De belangrijkste reden is de manier waarop spelers in het bestuurlijk stelsel met elkaar omgaan. ‘Houding en gedrag’ van actoren in het stelsel is het belangrijkste aandachtspunt in het functioneren van het stelsel in de praktijk: van raad, college, bestuurscommissies en ambtenaren. Politisering van onderwerpen, onvoldoende samenwerking, veel onduidelijkheden, zoals bij voorbeeld de vraag ‘wie gaat waarover?’ Onduidelijkheden die vaak, al dan niet bewust, ook in stand worden gehouden.

 

Gevolg is dat onvoldoende zichtbaar is dat stedelijke en gebiedsbelangen evenwichtig met elkaar afgewogen worden, dat gebiedsbelangen onvoldoende op de tafel van het college komen, dat onvoldoende onderscheid wordt gemaakt naar wat de verschillende gebieden nodig hebben en dat onvoldoende geprofiteerd wordt van experimenten en ervaringen met de uitvoering in de gebieden. Te veel waarde wordt gehecht aan discussies over bevoegdheidsverdeling. Te weinig aan resultaten. Degenen die dit vooral merken zijn de Amsterdamse inwoners, de bedrijven en instellingen.

 

De evaluatiecommissie heeft op basis van vele gesprekken met betrokkenen niet alleen begrepen dat Amsterdam ‘tot in de haarvaten’ politiek verdeeld is, maar ook dat in Amsterdam de politieke en ambtelijke machtsstrijd een belangrijk deel van de stadscultuur bepaalt en de normale werking van democratische en rechtsstatelijke processen onder druk zet. Een jonge Amsterdamse ondernemer met politieke aspiraties vertelde enthousiast dat de politiek in Amsterdam heel toegankelijk is en goed luistert, vooral tijdens de borrels die politieke partijen organiseren: ‘want daar gebeurt het’. Hij gaf wel toe dat voor een doorsnee Amsterdammer die toegankelijkheid veel minder groot is.

 

Van vele kanten kreeg de evaluatiecommissie de waarneming aangereikt dat het politieke proces in achterkamertjes plaatsvindt en dat wat er in de raad gebeurt slechts een ritueel is.

 

Iedereen praat over alles mee ook al gaat men er niet over, besluiten worden genomen die altijd weer opnieuw ter discussie gesteld kunnen worden en er bestaat veel aandacht voor nieuwe instituties en nieuw beleid, en weinig aandacht voor gedegen en zorgvuldige uitvoering.

 

De spelers in het Amsterdamse bestuurlijk stelsel lijken chronisch in dezelfde cirkel rond te lopen zonder de noodzakelijke vernieuwende stappen te zetten. Hoewel deze analyse door vrijwel al onze gesprekspartners onderschreven wordt, lijkt iedereen de oplossing toch vooral te zoeken in technische aanpassing van het stelsel en niet in evaluatie van hun eigen houding en gedrag.

 

De grootste fout die de spelers in het bestuurlijk stelsel als reactie op dit rapport kunnen maken is dat volgens de lang bestaande Amsterdamse traditie de politieke fracties gaan ‘winkelen’ in de resultaten van deze evaluatie en via partijpolitieke profilering een strijd construeren die resulteert in een niet goed werkend compromis.

Lees hier het hele rapport commissie Brenninkmeijer (PDF, 806 kB)

Achtergrond
Door de wijziging van de Gemeentewet is in 2014 het bestuurlijk stelsel in Amsterdam gewijzigd. Stadsdelen werden opgeheven en vervangen door gekozen Bestuurscommissies als een vooruitgeschoven post van het college van Burgemeester en Wethouders in de stadsdelen. In het coalitieakkoord van 2014 is afgesproken dat het college voorstellen zal doen voor de doorontwikkeling van het bestuurlijk stelsel. In het definitief besluit over het nieuwe bestuurlijk stelsel (d.d. 12 juni 2013) is besloten dat een onafhankelijke evaluatie van het bestuurlijk stelsel als geheel – inclusief de bevoegdheidsverdeling – plaatsvindt in 2016.