Luchtvaart uit balans

Print Friendly, PDF & Email

Wouter Looman trapt af

Dinsdag 26 november in Lloyd Hotel presenteerde de Koepel van Amsterdamse Schipholgroepen (KAS) het rapport Luchtvaart uit balans. De lasten zijn wel bewezen. De onderzoekers richten hun pijlen op de lusten van Schiphol. Wouter Looman verzorgde de introductie. Walter Manshanden gaf een toelichting op het rapport. Daarna gingen de aanwezigen in gesprek met de onderzoekers.

De echte impact van Schiphol op de economie
De stellingen van de overheid dat Schiphol zorgt voor groei van de economie, een kwalitatief hoogwaardig netwerk heeft en een banenmotor is en dat Schiphol daarom móet kunnen blijven groeien, worden door Walter Manshanden (NEO Observatory) en Leo Bus (leobus.nl) in het rapport Luchtvaart uit balans nader bekeken op hun waarheid, en door hen ontkracht.

De betekenis van Schiphol voor de nationale economie en die van de regio Amsterdam is kleiner dan de overheid beweert. De lusten wegen niet op tegen de lasten. Minder vliegbewegingen (naar 375.000) heeft nauwelijks invloed op de economische groei. Wel schept vermindering van het aantal vluchten ruimte in de regio voor andere werkgelegenheid en voor noodzakelijke woningbouw. Dat is de conclusie van het onderzoek dat op verzoek van de Koepel van Amsterdamse Schipholgroepen (KAS) is opgesteld.

Walter Manshanden: “Het is niet Schiphol die de economie opstuwt, het is de economie die Schiphol doet groeien”

Koepel van Amsterdamse Schipholgroepen
De KAS wil met het rapport Luchtvaart uit balans een bijdrage leveren aan de discussie over de toekomst van Schiphol, waarin de lusten en lasten beter met elkaar in evenwicht zijn. Met name de ‘lusten’ – in de betekenis van pijler voor economie en werkgelegenheid – worden door de overheid vaak overschat en te eenzijdig en te weinig specifiek benadrukt. Luchtvaart uit balans ontkracht die argumenten. Verlaging van het aantal vluchten met een kwart tast het publiek belang van de luchthaven als een kwalitatief hoogwaardig netwerk niet aan. Integendeel, het versterkt zelfs zijn plaats binnen kaders van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Kwalitatief?
Kwantitatief is Schiphol na Frankfurt de tweede luchthaven van Europa. Maar kwalitatief komt Schiphol pas op de negende plaats (tussen Zwitserland en Noorwegen). Dat komt omdat Schiphol vliegt op veelal toeristische oorden en minder naar grote economische centra in de wereld. De toename van het vliegverkeer is hier een gevolg van de economische groei en niet zozeer een aanjager van de economie.

Conclusie uit het onderzoek: Schiphol ontleent zijn betekenis vooral aan massa en veel minder aan kwaliteit.

De groei die Schiphol op basis van het Aldersakkoord (2008) werd gegund, is voornamelijk opgesoupeerd door goedkope toeristenvluchten. Dat heeft de kwaliteit van het netwerk eerder aangetast dan versterkt. Minder toeristenvluchten, meer zakelijk verkeer kan deze onevenwichtigheid wegwerken. Bovendien geeft het Schiphol de kans om een substantiële bijdrage te leveren aan de leefbaarheid, veiligheid, minder vervuiling en het klimaatbeleid.

Zowel bij groei als bij krimp zijn de gevolgen voor het aantal banen beperkt. De banenmarkt voor Schiphol concurreert met de banenmarkt in andere sectoren (verdringing).

Onthubben
Volgens Manshanden en Bus dient Schiphol het publieke belang beter door te onthubben: het wegvallen van tal van toeristische bestemmingen (minder vluchten en laten opvangen door alternatieven). Daartoe vergeleken ze de economische effecten die vluchthavens van Brussel, Milaan, Kopenhagen, Boedapest en Barcelona ondervonden na het onthubben. Zij stellen vast dat in het eerste jaar de regionale economische ontwikkeling achterblijft bij de nationale economie. De daaropvolgende jaren is dat verschil alweer verdwenen. Onthubben heeft dus weinig effect op de economische ontwikkeling.

“Als de groei van Nederland standaard 2 procent is en die van de Metropool Regio Amsterdam (MRA) 3 procent, dan zal na onthubbing van Schiphol eenmalig de groei van de MRA op 1,3 tot 2,9 procent uitkomen. Dat is een gering effect, dat wordt verklaard door de interne economische kracht van de MRA. Bovendien bestaat er een reële kans op juist hogere groei van de werkgelegenheid vanwege de benutting van de vrijkomende ruimte op de arbeidsmarkt, grondmarkt en woningmarkt. Er ontstaat namelijk ruimte voor bedrijfstakken die wel belasting betalen en mogelijk innovatiever zijn.”

Bijlagen

2 reacties

  1. Richard Bakker schreef:

    Er is behoefte aan een fijnmaziger Europees hogesnelheidstreinen-netwerk, een op elkaar afgestemde infrastructuur, een betere afstemming van dienstregelingen, een geuniformeerde prijsopbouw en een overzichtelijk reisinformatiesysteem.
    Een mooie kans voor de Europese Commissie om in het kader van het klimaatbeleid verder te gaan met dergelijke projecten en samenwerking tussen lidstaten en vervoerders te stimuleren of desnoods af te dwingen.

  2. Richard Bakker schreef:

    Voor sommige Europese bestemmingen tot 750 km kan de hogesnelheidstrein een aantrekkelijk alternatief zijn, maar er valt nog een heleboel te verbeteren. Factoren als onnodig lange reistijden en overstapdwang verslechteren de concurrentiepositie van de trein.
    Voor meer informatie hieromtrent verwijs ik naar de webpagina:
    https://www.treinreiziger.nl/de-trein-tot-750-kilometer/