Recht op Nachtrust

Print Friendly, PDF & Email

“Het begon met een simpele vraag: hebben wij recht op nachtrust?” Stella Braam beschrijft hoe de website “Recht op Nachtrust” is ontstaan.

Wakker geschrokken
Het is 3 uur ’s nachts, eind mei 2019. Ik schrik wakker door het luidruchtige gejoel van dronken feestgangers. Net weer in slaap gevallen, wordt er stevig getoeterd op de Rozengracht. De volgende ochtend zit ik te knikkebollen achter mijn laptop.

Had je maar niet in Amsterdam moeten gaan wonen.
Jaar in, jaar uit, elke nacht gaat het zo.

Geërgerd en verbaasd twitter ik een simpele vraag: hebben wij, Amsterdammers, recht op nachtrust? Er komen zoveel reacties, dat Wijkcentrum d’ Oude Stadt hun ruimte openstelt voor bewoners die hierover willen praten.  Dat gebeurde op zondag 2 juni –  met een gratis kilo leverworst van de Albert Heijn (maar daar vertel ik wel een andere keer over).

Recht op Nachtrust online
Het is 17 juli: de website Recht op Nachtrust gaat online. Ruim een maand later is de site gevuld met gruwelijke filmpjes over schreeuwende toeristen in het holst van de nacht. Met teksten van bewoners die knettergek worden van het lawaai (“BOENK BOENK BOENK, is er weer een festival? ”) en ook met veel klachten over vliegtuiglawaai in allerlei wijken.

AT5 belde vlak nadat we online waren, dat vonden we wat te vroeg  – sorry AT5! Marcel gaf een interview over de overlast op de Wallen in De Telegraaf die van onze website melding maakte. En kijk, de gemeenteraad werd wakker. Zowel de Partij voor de Dieren als de ChristenUnie willen er werk van maken. Een afspraak met hen staat. Lieve Amsterdammers, zo snel kan het gaan. Maar we zijn er nog niet… met onze inzet gaat het lukken!

Doe ook mee
Stuur filmpjes, foto’s of je tekst in over nachtelijke overlast. Meld daarbij minimaal waar, datum en tijd. Help mee informatie te verzamelen. Zo bouwen we een dossier op met als doel: een ongestoorde nachtrust. Ga naar: https://www.oudestadt.nl/nachtrust/  of stuur een mail aan: nachtrust@oudestadt.nl.

Stella Braam

4 reacties

  1. Robbert van Barneveld schreef:

    ” Je had kunnen weten, (toen je je huis kocht in de binnenstad), dat je te maken zou krijgen met geluidsoverlast ? “. Dit is een veel geven mening van mensen die óf niet in de binnenstad wonen, óf zelfs niet in Amsterdam.
    Toen ik mijn huis in 1992 kocht (O.Z. Voorburgwal) was er lang niet zoveel geluidoverlast, kon ik nog met mijn raam open slapen, en als er al wat geluid van de straat afkwam ś nachts dan was dat op de uitgaansavonden (vrijdag/zaterdag). Daar heb ik ook nooit over geklaagd. Als ik ga stappen in een andere stad, zal ik gerust ook wel eens lawaai gemaakt hebben, dus daar klaagde ik nooit over.
    Maar door de jaren heen zijn de toeristen aantallen in het Wallengebied schrikbarend toegenomen. Op donderdag stromen hele volksstammen de wijk binnen om ” gezellig ” een vrijgezellenfeest te vieren, naar de meisjes achter het raam te kijken, zich afgeladen vol te tanken met alcohol, zich vol te proppen met verdovende spullen, om vervolgens hun maaginhoud op mijn trap te deponeren, over hun blaasinhoud dan nog maar te zwijgen.
    Het aantal toeristen is niet alleen is niet veranderd, maar ook de mentaliteit van de toeristen. Het lijkt net of ze bij aankomst op het Centraal Station een drempel van menselijkheid overgaan. Alles kan en mag in Amsterdam. Dat kan zo zijn, maar niet op mijn stoep of mijn trap. In de afgelopen 5 jaren heb ik regelmatig ruzie gehad met dronken toeristen die dan hun roes uitzitten op mijn trap met alle gevolgen vandien. Zelfs tot 2x toe is het tot een handgemeen gekomen.Ik vraag mij dikwijls af of ik zo ben in het buitenland ……
    De Gemeente Amsterdam, politie en Handhaving, hebben het veel te ver laten komen. Nu opeens hangt het hele Wallengebied vól met lelijke borden, en kennelijk kunnen toeristen niet lezen, want de ellende duurt nog steeds voort. De Gemeente Amsterdam is goed in het zichtbaar maken van probleem oplossing, maar handeld er echter niet naar. Daar zou eens iets aan moeten gebeuren. Hang je waarschuwingsborden op, zorg dan ook dat er naar gehandeld wordt. Handel naar de overlastgevers, en niet naar bewoners die in het zonnetje een wijntje drinken op hun eigen trapje.
    Nee, ik heb de jaren van woongenot gehad, en ga verhuizen, met achterlatend een prachtig huis dat met licht verlies verkocht gaat worden ….. Gemeente Amsterdam BEDANKT !

  2. Gerda Spruit schreef:

    Waarom is geluidsterreur de afgelopen decennia (misschien al een halve eeuw)zo modieus geworden? Een draaiorgel in de jaren 50 op straat was nog leuk, maar de zgn.’gezellige “sociale” buurtactiviteiten’ met veel rotherrie heb ik al nooit gezellig gevonden (sorry, Theaterstraat !).
    Het lijkt zo langzamerhand wel een permanente oorlog tegen rust.
    Gelukkig woon ik (nog) niet in de Binnenstad, al strekt die zich meer en meer uit.
    Maar ’s nachts uitlaatgassen happen omdat mijn oude pannendak het hele huis opwarmt voelt ook heel armoedig. Om de nachtbrakers een fijne snelle busverbinding te bieden schuwt het GVB ook geen eigenmachtige terreur. Daarover is ook nooit inspraak mogelijk geweest.

  3. M.Pool schreef:

    Geachte mevrouw Braam,
    Ik zou ‘recht op nachtrust’ willen uitbreiden tot ‘recht op stilte’. Een stille stad is een ruimere stad.
    De stad zou beleid moeten voeren om de stad stiller te krijgen. Dus niet alleen geen hoorbare muziek op boten, maar ook installaties in auto’s waarbij de muziek niet buiten de auto te horen is. Dat maakt het wonen bij een supermarkt veel aangenamer. Geen geloei meer van motorfietsen, maar geluiddempers eisen ‘naar de laatste stand van de techniek’. Geen scooteralarm meer, maar techniek gebruiken om allleen de eigenaar te waarschuwen. Geen draagbare bluetooth-versterkers meer, maar deze dingen bij opdringen van geluid op straat in beslag nemen.

    De taal die gebruikt wordt moet veranderen; in plaats van spreken over geluidsoverlast, zou gesproken moeten worden over opdringen van lawaai. Daarmee leg je de verantwoordelijkheid bij de veroorzaker.

    De naam van de Wet Geluidhinder moet veranderd worden in ‘de Wet tegen opdringen van geluid’. Die wet bestaat een jaar of veertig. Maar de wet schiet duidelijk tekort, want mij wordt heel vaak geluid opgedrongen.

    Ik woon betrekkelijk rustig. Wel in de nabijheid van het spoor en aan het water. Slapen met een raam open is onmogelijk. De nachtrust wordt toch in de ochtend geregeld verstoord door loeiende motorfietsen.

    Afijn, pak het wat breder aan dan te focussen op opdringen van lawwai ’s nachts.

    M.Pool

  4. Mark schreef:

    er is teveel gepraat en niet genoeg actie. de gemeenschap heeft leiderschap nodig, niet leverworst!