Onbegrijpelijk

Print Friendly, PDF & Email

Dinsdagmiddag 11 juli 2017 diende van 15.30 uur tot 18.30 uur de zitting in de voorlopige voorzieningsprocedure over de 2017 editie van de (gay)Pride. De bewoners willen het feest niet tegenhouden, maar wensen wel dat de aantoonbaar onduldbare geluidsoverlast minder wordt. De volumeknop kan immers ook zachter, daar was de voorzieningenrechter het ook mee eens. Deze liet echter al vrij snel blijken dat hij zelf naar luidruchtige evenementen ging en hooguit misselijk werd van de bassen, maar tot nu toe geen gehoorschade had opgelopen….. Hij bleek wel doof voor onze argumenten. De uitspraak: spoedverzoek afgewezen.

Advies
De rechter gaat in op de tijdens de zitting gedane uitspraak dat het advies van de Omgevingsdienst en de daarin vervatte normen en regels gelden. Maar dat komt helaas niet in het dictum terecht, waardoor het maximum van 95 dB(C) kennelijk toch overal blijft gelden. Het hele advies is ook nergens kenbaar gemaakt. Zeker niet bij de publicatie van de vergunning. En al helemaal niks gedaan met onze opmerkingen dat het de handhaving (op wat dan?) op deze manier ernstig bemoeilijkt.

Discretionair
Uitgebreid wordt ingegaan op de discretionaire bevoegdheid van de burgemeester, alsof dan maar alles mag. De voorzieningenrechter geeft aan dat hij dat terughoudend moet toetsen. De rechter faalt in het correct citeren van de NSG en haalt daarbij de uitspraak aan van HardShock, die bewoners nota bene hadden gewonnen. Dezelfde uitspraak die wij ook vorig jaar naar voren brachten.

Maar deze rechter haalt uit HardShock iets heel anders: dat 95 dB(C) niet zonder meer betekent dat omwonenden aanzienlijke hinder (onduldbaar) zouden ondervinden en dus onaanvaardbaar is. En wijst naar de vorige voorlopige voorziening (2016) inzake de belangafweging van de Burgemeester, terwijl wij meermaals in ons bezwaarschrift de quote citeren van de rechtbank, voorafgaande aan de aangehaalde uitspraak, dat ieder belang gelijk is en er geen voorkeur aan commercie mag gegeven worden.

Wij wijzen op de uitspraak van de rechtbank Overijssel 5 december 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:6440: “De rechtbank is voorts van oordeel dat de omstandigheid dat de grens van onduldbare hinder wordt overschreden niet in het kader van een belangenafweging als hier aan de orde ter zijde kan worden geschoven om voorrang te verlenen aan andere belangen, zoals het maatschappelijk belang bij het organiseren van evenementen.”

Maar daar heeft deze rechter geen boodschap aan en noemt de afweging van de belangen voor de Pride tegenover die van de omwonenden kenbaar, terwijl die motivering van de Burgemeester om nog eens 10 dB harder te gaan dan het nieuwe beleid, op onze vraag waarom, alleen antwoordt: daarom!

Onbegrijpelijker
Nog onbegrijpelijker is redenering van de rechter dat wij naast de 95 dB(C), wij om 85 dB(A) gevraagd zouden hebben. Wij hebben echter gevraagd een veel lagere maximum te stellen dan de 95 dB(C) en daarnaast bestreden wij het loslaten van de db(A)-norm (dus niet alleen een dB(C)-norm). De NSG gaf toch duidelijk aan dat alleen dB(C) misbruik in de hand werkt. Maar ook dat wuift de voorzieningenrechter wel erg gemakkelijk weg.

Kafkaësk is de conclusie van de rechter dat uit de rapportages van de NSG over de omgevingsdienst en NSG over Zeedijk, niet geconcludeerd kan worden dat een geluidsnorm van 95 dB(C) onjuist zou zijn. Ondanks het feit dat bewoners aantonen dat er onduldbare geluidsoverlast wordt veroorzaakt (zie rapportage NSG), heeft de gemeente zonder enige motivering, laat staan dus met stukken, die NSG-rapportage betwist en de voorzieningenrechter is daar klakkeloos in meegegaan. Ons – onderbouwde – argument over onduldbare hinder wordt daarmee gewoon weggevaagd, zonder dat daar écht inhoudelijk op is ingegaan door de voorzieningenrechter. Hetzelfde geldt voor alle opmerkingen die gemaakt zijn over de “niet passende locatie” Het Amstelveld.

Mantra
Wij hebben toch echt aangetoond dat de geluidswaarden op de meeste locaties dezelfde zijn als vorig jaar (mede door de nu gehanteerde gevelcorrectie…). Maar kennelijk wordt belangrijker gevonden dat tijdens de zitting is aangegeven dat de vergunning 2017 is “aangescherpt” tegenover vorig jaar.  Want daarom is de vergunning naar de mening van de gemeente, AGP en voorzieningenrechter zorgvuldig tot stand gekomen en kan zonder aanpassingen in stand blijven…..

Gelukkig is deze uitspraak in voorlopige voorziening niet bindend voor de rechter in hoger beroep.

Bijlagen: